Ken je eigen zenuwstelsel als therapeut

Interview met Heleen Grooten

Wat betekent de Polyvagaaltherapie voor therapeuten zelf? In dit derde deel van ons interview geeft Heleen Grooten, Communicatie, stem- adem en traumatherapeut, alvast stof tot nadenken!

Neuroceptie

Hiervoor spraken we al even over neuroceptie. Wat is dat precies?

We zijn allemaal in staat om onbewust waar te nemen. Het is het fenomeen dat ons zenuwstelsel een heel gevoelige scanner is die signalen uit de omgeving oppikt en die anderen onbewust uitzenden. Zodat we du moment dat we ergens binnenkomen, kunnen voelen: “Klopt het hier? Of is het hier onveilig?”

En dat is voor iedereen weer anders?

Ja, we hebben allemaal een heel individueel ingericht autonoom zenuwstelsel. Het gezin waar je geboren wordt, waar je bent opgegroeid, bepaalt o.a. hoe het zenuwstelsel zich bij jou ontwikkelt. Kom je uit een gezin dat vooral ‘dorsaal’omging met elkaar, of juist heel ‘sympathisch’? Je familiesysteem en in aansluiting je levensgeschiedenis beïnvloeden onbewust hoe jij op signalen van onveiligheid reageert. Ga je bijvoorbeeld wegkruipen als iemand fel reageert of ga je juist ook op je strepen staan? Heb je een trauma doorgemaakt en sta je nog steeds in een overleefstand? Het gaat om het herkennen van je eigen systeem en hoe dat intervenieert met je omgeving en de ander.

Communicatiestijl van de therapeut of huisarts

Ik denk dat het ook voor therapeuten uiterst belangrijk is dat ze hun eigen systeem in deze kennen en ook hun eigen communicatiestijl herkennen. Wanneer ze merken dat een cliënt bijvoorbeeld in de weerstand gaat en hard en snel vanuit een ‘sympathisch’ arousal spreekt, het helpt om als therapeut te spreken op een ‘ventrale’ manier in plaats van te reageren vanuit bijvoorbeeld irritatie. Hierdoor zou je mogelijk zelf ook harder gaan praten en je cliënt zal in de verdediging gaan. Terwijl als je bewust ‘ventraal’ blijft praten en neutraal, met een vriendelijke stem, je daarmee je cliënt uitnodigt en helpt om zelf richting ‘ventraal’ en uit de weerstand te gaan. 

Ik denk dan bijvoorbeeld ook aan huisartsen die vaak een drukke praktijk hebben. Stel je de situatie voor waarin iemand angstig is en een bepaalde klacht heeft waar lading op zit en daarmee naar de dokter gaat. Mogelijk formuleert de patiënt de klacht hierdoor wat onsamenhangend. Wanneer de arts hierbij voortdurend op zijn horloge kijkt en er door geïrriteerd wordt, kan deze zelf sneller en harder gaan praten en dus ‘sympathisch’ gaan reageren. Dan is het voor te stellen dat de patiënt een ‘dorsale’ reactie heeft en helemaal niet meer zo gemakkelijk bij zijn verhaal kan komen. Als artsen iets meer zouden weten over de gevolgen van hun spreekstijl in het kader van het autonome zenuwstelsel zou dat enorm schelen. Deze arts zou wellicht tijd winnen door rustig te blijven, ‘ventraal’ te reageren waardoor de patiënt zich veilig voelt en beter uit zijn woorden komt.

Is dat ook een beetje jouw hoop voor de toekomst dat in ieder geval therapeuten en huisartsen dit weten?

Zeker, als ze het systeem bij zichzelf en hun cliënt zouden herkennen, hun neuroceptie leren gebruiken en ‘ventraal’ leren reageren. Het leek in eerste instantie zo ingewikkeld toen ik de eerste informatie hierover las. Het heeft vijf jaar geduurd voordat ik de theorie in de praktijk in taal kon vatten. Inmiddels zie ik ook aan Porges en de mensen om hem heen dat hun taal steeds helderder wordt en duidelijker.

In begrijpelijke taal

Om de concepten goed te verwoorden in het Nederlands lijkt me een uitdaging. ‘Ventraal’, ‘dorsaal’ hoorde ik je zeggen, gebruik jij die woorden?

Ja, het is inderdaad een uitdaging, hoor. Dat voelt voor mij ook zo. Met cliënten is het soms ook gewoon echt heel erg lastig om de juiste woorden te vinden. Ook aan cliënten zonder medische achtergrond wil ik graag uitleggen hoe het zenuwstelsel in elkaar zit. En wat de effecten voor hen zijn, fysiek, emotioneel en mentaal. Mensen kunnen soms echt schrikken als ze SSP luisteren bijvoorbeeld, doordat er opeens tranen zijn terwijl ze niet eens weten waarom ze huilen of opeens veel meer pijn voelen. En als ik ze dan kan uitleggen: “Dat is een autonome reactie, je systeem komt tot rust. Voel de ruimte om nu te kunnen ontladen en dat dat ook fijn kan zijn. Dus misschien ben je niet eens echt verdrietig maar voel je dat er tranen mogen stromen en voel je dat je lichaam dat op die manier uitdrukt”. 

Ik denk dat het een misvatting is dat: “Als het er maar uit is, dan is het goed”. Wie weet blijft zo iemand dan wel een hele tijd 'sympathisch', zonder de veiligheid en de rust van de 'ventrale' reactie waarin er weer balans is.

Heleen Grooten

Therapeutische begeleiding bij SSP

Wat ik wel een thema vind – is dat mensen, als ze SSP therapeutisch willen gaan toepassen bij cliënten, het belangrijk is dat ze een therapeutische achtergrond hebben en ze in staat zijn om ontladingen die bij cliënten opkomen op te vangen. Het is voor cliënten soms onbegrijpelijk dat ze SSP niet zelf mee naar huis mogen nemen en het in hun eentje mogen uitproberen. Maar ze staan er helemaal niet bij stil dat als het autonome stelsel na diverse life events of trauma’s in beweging komt, het veel fijner is om dat samen met iemand te doen. Het is echt onverantwoord om dat in je eentje te doen als je opeens in een herbeleving schiet. Ik vind dat een thema dat tot nu toe onvoldoende is belicht.

Als je vanuit een dorsale, dus een stille staat, weer in beweging komt en er bijvoorbeeld boosheid naar boven komt, dan is dat misschien voor jou helemaal niet herkenbaar. Dat kan je zó afschrikken dat je meteen weer dichtklapt?

Ja, en dat is het nou net. Als je die boosheid kunt toelaten met de wetenschap van dat hoort erbij, het is OK. En daar heb je dat stukje begeleiding echt bij nodig om te snappen dat ook boosheid een normale stap is na het alsmaar inslikken en terugtrekken. Hierbij heb ik veel aan mijn achtergrond als therapeut op het gebied van Somatic Experiencing. Omdat dat ook zegt dat als het in beweging komt, het voorzichtig stap voor stap tot ontlading mag komen. Zo kan de cliënt de weg naar rust terugvinden. Je kunt ook gebruik maken van hulpbronnen om weer een balans te vinden in je systeem. En ook daarna vervolgens weer een stukje verwerken. 

Deze werkwijze is voor mensen soms vreemd. Deze week deed ik een intake bij een meneer. Die zei: “Ik weet dat er allemaal trauma’s zijn”. Hij zat echt met opgestroopte mouwen klaar, zo van: “Kom maar op”.

Dat kan je mentaal wel willen, maar zo werkt je lichaam niet inderdaad.

Precies. Stel je voor: het kan zomaar zo zijn dat iemand in iets ouds schiet. En die moet dan toch echt daarna, na een half uur, drie kwartier weer op de fiets of in de auto naar huis. En wat dan? Het autonome systeem moet in alle veiligheid ook weer tot rust komen. Ik denk dat het een misvatting is dat: “Als het er maar uit is, dan is het goed”. Wie weet blijft zo iemand dan wel een hele tijd ‘sympathisch’, zonder de veiligheid en de rust van de ‘ventrale’ reactie waarin er weer balans is – emotioneel, fysiek, mentaal.
En anderzijds, er zijn ook mensen die met de vraag komen: “Ik zit helemaal in de verkeerde film. Ik wil deze relatie niet of ik zit totaal niet op mijn gemak op mijn werk. Ik heb het gevoel dat ik echt een andere beweging moet maken want ik kan nauwelijks contact maken met mijn echte verlangens en behoeftes. Dat kan ik echt helemaal niet als ik in een kantoorbaan van 9 tot 5 zit, ik wil meer voor de wereld betekenen”. Ze komen soms ook met verlangens zoals: “De wereld moet veiliger worden en er moet meer aandacht zijn voor elkaar”. Prachtig vind ik dat.

Compassie

Een veiligere wereld met meer aandacht voor elkaar… is dat voor jou ook een motivatie om dit werk uit te dragen?

Absoluut. Stel je voor dat meer mensen meer veiligheid in zichzelf kunnen ervaren en zo ook met elkaar kunnen omgaan. Hoeveel procent van de bevolking heeft op dit moment een burnout en heeft dat niet alles te maken met waar we nu over spreken? Veel mensen vertellen over allerlei fysieke en emotionele klachten die met medicatie bestreden worden, zoals bijvoorbeeld ook bij depressie. Dan denk ik vaak: “Hun zenuwstelsel is in disbalans. Wat als we daar aan zouden werken? Is de medicatie dan nog nodig?”

Soms kunnen mensen door een intake van een uur en een hele kleine ervaring met SSP, zich opeens erkend en gezien voelen. Terwijl ze daarvoor al lang geworsteld hebben, allerlei interventies hebben ondergaan, veel kosten hebben gemaakt en alsmaar het gevoel hebben: ”Dit heeft me niet gebracht waarnaar ik op zoek ben”. Dit hoor ik regelmatig. En dan is ook SSP de laatste strohalm. Dan zit bijna hun eigen angst om weer een nee te horen, te falen of te horen dat ze het niet goed doen in de weg, terwijl het daar helemaal niet over gaat. Het gaat niet over falen of over schuld, of schamen dat iets je in de weg zit. Mijn insteek is: “Je mag je eigen systeem leren kennen en jij bent door bepaalde omstandigheden zo gegroeid maar er is ook een kans om het anders te doen en je patronen te wijzigen”.

Het is veel meer vanuit compassie naar jezelf.

Ja, ik denk dat het woord compassie er veel mee te maken heeft. 

Hoopvolle toekomst

Als afsluiter, hoe ziet de toekomst er uit voor jou? Hoe ga jij hier mee verder?

Ik heb gemerkt dat de afgelopen vijf jaar sinds ik met Porges in contact ben, ik van de ene verbazing in de andere val en denk van: “Goh, waar komt deze vraag, zowel van Porges zelf als ook van cliënten, vandaan!” Ik kijk nieuwsgierig naar de toekomst, naar vragen en ook antwoorden die komen. Ik tast steeds weer af: “Past dit bij mij of niet of kan iemand anders dat beter doen”. Ik vind het Europese initiatief dat aan het ontstaan is waanzinnig interessant. Hoe kunnen we samen met meerdere Europese landen, de polyvagaaltheorie en therapie op de kaart gaan zetten en elkaar ondersteunen. Dat gevoel van samen verder, waarmee we het initiatief voor het Polyvagaal Platform hebben genomen, spreekt me aan. En dat we een netwerk kunnen gaan uitrollen, waarbij we vanuit allerlei verschillende hoeken nieuwe kennis naar buiten kunnen dragen.

Ja, ik zie een hoopvolle toekomst. Als mensen hiermee bezig gaan dan wordt de samenleving vriendelijker. Ik zou het liefst alle artsen in Nederland willen vragen om zelf eens naar SSP te luisteren! Aangezien ik inderdaad uit de paramedische setting kom, kan ik me voorstellen dat de gezondheidszorg hier ook baat bij kan hebben, met als voorwaarde dat er dan ook meer aandacht is voor de fysieke gevolgen van trauma, zowel bij hulpverleners als cliënten. Ik kan me ook voorstellen dat deze inzichten in bedrijven geïmplementeerd kunnen worden en bijdragen aan een prettigere werksfeer.

Ik hoor nieuwe onderwerpen voor een vervolginterview! We hebben nog een hele weg te gaan maar het voelt heel hoopvol zoals jij het zegt, Heleen! Bedankt voor dit gesprek!

Wordt vervolgd! Wordt vervolgd! 

Kennis over je eigen communicatiestijl en een therapeutische achtergrond bij SSP zijn van belang. 

Gerelateerde artikelen

Reacties

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *