Kennismaking met Polyvagaal
Interview met Heleen Grooten
Hier volgt het eerste deel van het interview met Heleen Grooten, Communicatie, stem- adem en traumatherapeut, over hoe zij in contact is gekomen met de Polyvagaaltheorie.
Hoe is het allemaal begonnen?
Heleen, welkom. Jij bent echt iemand van het eerste uur, hier in Nederland, in ieder geval, die zelfs directe lijntjes heeft naar Porges. Dus neem je me even mee hoe dat allemaal bij jou is begonnen?
Ja, graag, vind ik leuk om je dat te vertellen. Het begint bij mijn opleiding Somatic Experiencing. Ik ging die opleiding doen omdat ik steeds mensen in mijn praktijk als stemtherapeut zag, waarvan ik het gevoel had: “De reguliere therapie werkt niet, er is meer aan de hand met die mensen. Er is iets anders en ik krijg mijn vinger er niet achter”. Dat was de aanleiding Somatic Experiencing te gaan doen.
Somatic Experiencing, zou je even kort kunnen zeggen wat dat precies is?
Somatic Experiencing is een methode van Peter Levine. Die heeft een lichaamsgerichte trauma therapie ontwikkeld en een aantal interessante boeken geschreven. Zijn belangrijkste statement is: “Trauma is een onafgemaakte beweging”. Dus op het moment dat jij in een beweging bent en iets je blokkeert, dan zit er heel veel energie je lichaam die in beweging zou willen komen maar plotseling gestopt wordt. Die energie slaat zich op in je lijf en je kan óf niet meer bewegen, óf je probeert maar te bewegen maar kan het probleem en je gevoel hiermee niet oplossen. Dat is een definitie van trauma.
Tijdens de opleiding werd al heel snel iets verteld over de Polyvagaaltheorie. En toen dacht ik: “Wacht even, dit gaat over communicatie, dit gaat over stemgebruik, dit gaat over trauma. Het zal toch niet waar zijn dat ik iets gevonden heb wat het antwoord is waar ik eigenlijk op dat moment iets van 35 jaar al naar zocht”. Dus ik dacht : “A). Somatic Experiencing is een goede opleiding maar niet uitsluitend om iets van trauma te leren en B). het gaat over Porges en waar vind ik toch meer over hem en zijn theorie?” Toen ben ik een hele zomer lang dvd’s gaan bekijken van Porges. Ik kon soms niet langer dan een kwartier kijken en kon alleen maar huilen omdat ik dacht: “Hier gaat het over”. Dit gaat over menselijke communicatie die geblokkeerd wordt. Het gaat over een stem die niet mag spreken om allerlei redenen. Dus het was echt ongelooflijk rakend.
De stem verschilt in de 3 staten van het autonome zenuwstelsel
Een stem die niet mag spreken… wat is het nou wat je zo raakt?
Porges’ visie op de stem is dat de manier van spreken, de manier van stem geven, zoals wij als logopedisten zeggen, iets zegt over één van de drie verschillende autonome staten waarin je je kan bevinden.
Als je je veilig voelt – dit is de eerste, de ventrale staat – dan is er een stem die melodieus is, gevarieerd, niet te snel gaat en niet te luid is of te hoog. Dat is een veilige stem zou je kunnen zeggen. Ook oprechte belangstelling, heel open luisteren maakt deel uit van deze manier van communiceren.
Als je dan kijkt naar de andere staten die eigenlijk het gevolg zijn van overlevingsmechanismes, dan is er ook de sympathische stem die aangezet wordt door een sympathische arousal waarin je je kunt bevinden. Dit is de tweede staat van het autonome zenuwstelsel. De stemmen van die mensen zijn luider dan gemiddeld, ze spreken hoger met een hoog spreektempo. Zij activeren anderen als het ware, waardoor degene die luistert ook in zo’n staat komt en daardoor geagiteerd kan worden en niet meer zo goed luistert. Dat beschrijft Porges met het begrip neuroceptie.
En als iemand in de derde en oudste staat van het autonome zenuwstelsel is, dorsaal genoemd, dan kan het zijn dat de stem helemaal wegvalt. Dat mensen geen woorden meer kunnen vinden en überhaupt geen taal hebben en heel zacht, niet hoorbaar spreken. Ze komen hierbij in een staat van bijna “verdwijnen” of iets dergelijks. Dat is een kenmerk van de immobiliteit zoals Porges het beschrijft, waarbij ook stem en taal eigenlijk nauwelijks voorhanden zijn. En dat waren nou juist de diagnoses van mijn cliënten waarvan ik dacht: “Wat ik ook doe, ik maak geen contact met deze mensen”. En nu, met de kennis van de Polyvagaaltheorie, lukt mij dat opeens wel. Niet dat ik wil zeggen dat ik nu echt alles met hen kan maar ik begrijp het in elk geval en kan het mensen uitleggen, waardoor ze zich op een gegeven moment herkend of erkend voelen. En ook begrijpen ze dat ze niks fout doen omdat hun symptomen het gevolg van een autonome reactie zijn. Ze zijn ooit in een overlevingsstand gekomen. En in die overlevingsstand kan je niet anders handelen dan op deze manier.
Dit gaat over communicatie, dit gaat over stemgebruik, dit gaat over trauma. Dit gaat over menselijke communicatie die geblokkeerd wordt. Het gaat over een stem die niet mag spreken om allerlei redenen.
Andere symptomen van een ontregeld zenuwstelsel
Wat dan verder interessant is, want dit is natuurlijk alleen maar het gedeelte over de stem uit de Polyvagaaltheorie, dat een overlevingsreactie ook andere symptomen kan voortbrengen. Dus als ik dan bijvoorbeeld aan iemand vraag: “Heb je misschien toevallig ook last van je darmen, of heb je last van hartritmestoornissen, of de neiging om heel veel je kiezen op elkaar te klemmen?” En als mensen dat dan gaan beamen, dan wordt het beeld eigenlijk nog completer waardoor ik in mijn diagnose eigenlijk nog veel sterker kan zeggen: “Ja, het kan niet anders dan dat je autonome zenuwstelsel ontregeld is”. En dat er dus ook een totaal andere benadering voor deze klachten nodig is dan de reguliere logopedie of cognitieve gedragstherapie. Dat dit vraagt om het kalmeren van het autonome zenuwstelsel.
Wat is dat eigenlijk dat autonome zenuwstelsel?
Dat is een hele grote vraag. Het zenuwstelsel bestaat uit grofweg twee delen. Een autonoom deel en een bewust deel. Dat autonome deel is het grootste gedeelte – 80 tot 90 procent wordt tegenwoordig zelfs gedacht – en bepaalt voor een groot deel wie we zijn. Hoe ons lijf is, hoe de darmen functioneren in relatie tot de stemming waarin je bent. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat darmklachten ook gerelateerd kunnen zijn aan depressie bijvoorbeeld. Emotie en fysieke ervaringen zijn sterk met elkaar verbonden vanuit het perspectief van het autonome zenuwstelsel. Dat aan de ene kant. Maar ook dat, in het geval van een dorsale reactie, mensen als het ware helemaal leeg kunnen worden in hun hoofd en niet meer kunnen denken of zich concentreren. En bij mensen die sympathisch reageren, je zou bijna kunnen zeggen ADHD-achtig zijn, alles voortdurend door hun hoofd flitst, ze moeite hebben met concentreren en focussen. Kennelijk hangt dat met elkaar samen.
Je bent geïnteresseerd geraakt in de Polyvagaaltheorie, hoe is dat dan verder gegaan?
In die periode was Porges ook een keer in Nederland op een congres. Ik heb daar vier dagen aan zijn lippen gehangen. Ik heb hem de vraag gesteld: “Weet u of de stem- of KNO-wereld zich hier mee bezighoudt?” Hij zei: “Nee, het lijkt er op dat zij nog niet open staan voor deze ontwikkelingen”. “Heleen, be my guest, als jij denkt dat je er wat mee kan, ga dat vooral doen”. Het voelde heel gek, als een soort opdracht van Porges om dit inzicht verder uit te werken.
Eigenlijk is dat ook zo gelopen. Ik werd in mijn praktijk, als stemtherapeut, nieuwsgierig naar wat speelt er op de achtergrond bij mensen. Dus ik ben mensen vragenlijsten gaan voorleggen. Vragen die door Porges ontwikkeld zijn, de Body Perception Questionnaire1, heten ze. De vragenlijst bestaat uit twee delen met verschillende typen vragen over fysieke symptomen en symptomen van dysregulatie van het autonome zenuwstelsel. Die vragenlijsten heb ik voorgelegd in mijn praktijk aan 54 cliënten en ook aan een controlegroep ernaast. En toen bleek dus inderdaad dat veel mensen met klachten in het keelgebied ook een gedysreguleerd autonoom zenuwstelsel hebben.
Ontschuldiging: "Je doet niks fout!"
Dat lijkt me sowieso een hele verrijking voor allerlei therapeuten als je vanuit dit beeld, vanuit deze theorie werkt. Net zoals voor jou als stem- en traumatherapeut heel veel kwartjes zijn gevallen.
Precies. Wat mij raakt, kan ik het beste beschrijven met een voorbeeld. Ik heb vanmorgen met iemand gewerkt met een methode die voortgekomen is uit de Polyvagaaltheorie (SSP) en de cliënte, een vrouw van rond de 40 jaar, uitgelegd hoe de verschillende lagen in haar autonome zenuwstelsel werken. Ze zei: “Heleen, ik heb twintig jaar cognitieve gedragstherapie gehad. Weggegooid. Ik heb er nooit iets van gesnapt. Ik ben zo verdrietig nu dat ik zo’n stuk van mijn leven eigenlijk niet geleefd heb. Nu snap ik het. Dit is echt zo herkenbaar.” Is ook heel verdrietig eigenlijk. Deze visie geeft mensen een soort van ontschuldiging. Ik kom niet zo goed op een ander woord. Dat gebruik ik steeds de laatste tijd: “Je hebt het niet fout gedaan”.
Ontschuldiging. Wanneer je je schuldig voelt en het gevoel hebt dat het aan jou ligt, je haalt die laag van schuld er af. Je ontschuldigt. Ik vind het een heel mooi woord, Heleen!
Ik gebruik het vaak en mensen snappen het ook gelijk van: “Ik doe dus niks fout, maar ja, door mijn jeugd, door die nare ervaring”. Door wat mensen ook overkomt in hun leven, kunnen ze in een overlevingsstijl belanden die vergaande gevolgen heeft voor gezondheid, voor communicatie, voor het produceren, mogen opvangen van geluid enzovoort.
Communicatie van alledag
En het is soms ook alledaags. “Als mijn man boos van zijn werk thuiskomt en hartstikke chagrijnig is en ik moe ben en de hele dag de kinderen heb gehad, ja, dan kan ik niks anders dan me terugtrekken en dan ben ik ‘s avonds ook niet de gezelligste”, zei een cliënte onlangs. Als mensen snappen dat ze niets fout doen maar dat het een hele natuurlijke reactie is dat, als iemand heel sympathisch doet, je dan bij wijze van spreken stil wordt en nauwelijks meer wat te zeggen hebt.
Ja, dat maakt het ook juist bijzonder. Het inzicht dat je het niet alleen herkent bij jezelf, de staat waarin je zit, maar het dus ook gewoon herkent bij iemand anders. Kan je in de dynamiek, in die interactie ook iets veranderen?
Ja, ik denk, als je het van jezelf gaat herkennen, en denkt: “Nou eigenlijk zou ik het niet willen maar ik kan op dit moment niet anders”, dan kan het helpen: “O, wacht even, wat zou ik anders kunnen doen? Misschien moet ik in plaats van alleen nog maar op de bank onder een dekentje te zitten toch even met de hond naar buiten gaan en in beweging komen”. Als je weer wat beweegt, kom je uit die diepe laag. Je kan weer opladen door bijvoorbeeld te ruiken buiten of te kijken naar een mooie zonsondergang, verzin maar wat, waardoor je weer het gevoel krijgt van: “Ja, er is meer dan alleen maar dat wegkruipen in dat holletje of zo.” Je leert dus eigenlijk herkennen wat je dan zelf kunt doen, wat jou helpt om uit zo’n staat te komen.
En dan pas weer het gesprek aan te gaan met je partner?
Precies! En niet om hem op zijn kop te geven van: “Je moet eens ophouden met dat geschreeuw als je uit je werk komt”. Als mensen dat gaan herkennen dan wordt het heel interessant want dan kunnen ze zien dat ze eigenlijk een soort van automatisme hebben om op elkaar te reageren. Ook kunnen ze zien: “Hey, ik zit daar en dat kan ik veranderen”. Hierdoor wordt het milder naar hunzelf toe en ook naar de partner: “Ik heb de indruk dat je daar zit. Klopt het dat je daar zit? En wat kunnen we nou samen doen? Misschien moeten we samen de hond uitlaten ofzo, en misschien even niet praten
Een hele zomer dvd’s van Porges bekijken én laten bezinken natuurlijk! Op vakantie in Bulgarije.
In het 2e deel vertelt Heleen over haar ervaringen met SSP.
Reacties